Herboristeria
  • HOME
  • Wildpluk Jaaropleiding
  • over mij
  • Boek me
  • Contact
  • Pers
  • Publicaties
  • Extra

Praktische kruidentips

Herboristerie bestaat natuurlijk uit veel meer dan enkel het gebruik van geneeskrachtige planten, denken we maar aan de botanische kant, cosmetisch en culinair gebruik, gebruik als verfstof, meubelpoets of groenbemester,...

Toch zijn die natuurlijke remedies voor veel mensen een belangrijk onderwerp waarover ze meer informatie zoeken. Aan de hand van veelgestelde vragen probeer ik hier dus wat algemene tips te geven wat het innemen van kruidenremedies betreft. Natuurlijk heeft elke plant andere chemische inhoudsstoffen en vraagt dus om een andere bereidingswijze.

Kruidenthee/infuus


Je giet best geen kokend water over je kruiden. Maar al te vaak heb je nl. de ontsmettende etherische oliën uit de kruiden in kwestie nodig, en die verdampen dan gewoon... zodat er in je kopje niet veel meer zit. De beste manier om kruidenthee te zetten is het water laten koken en het dan even te laten staan (de Chinezen noemen dit "het leven terug in het water laten komen") totdat het wat afgekoeld is. Dan pas giet je het over de kruiden. Ook als je thee zet voor niet-medicinaal gebruik, zal je merken dat deze bereidingswijze de smaak ten goede komt.

Hoeveel kruiden gebruik je nu voor een kopje kruidenthee en hoe lang laat je de thee trekken? De stelregel is: per kopje thee gebruik je één koffielepel kruiden. Verschillende onderdelen van planten kunnen worden gebruikt:
  • kruid (herba): alles wat boven de grond groeit, vb. Sint-Janskruid
  • blad (folium): vb. citroenmelisse
  • bloe(se)m (flores): vb. goudsbloem, meidoornbloesem
  • vrucht (fructus): de hele vrucht wordt gebruikt, vb. rozenbottel
  • bes (bacca): vb. bosbes
  • zaad (semina): vb. anijs
  • schors (cortex): vb. wilgenbast
  • wortel (radix): vb. valeriaan, zoethout
  • wortelstok (rhizoma): vb. gember
  • thallus (= het lichaam van primitieve planten, zoals mossen, wieren en korstmossen, dat geen stengels of bladeren heeft), vb. IJslands mos
Verder worden ook nog kegels of "appels" van vb. den of spar gebruikt, stengels (vb. asperge), bolster (vb. walnoot), bollen (vb. knoflook, ui), stelen (vb. kers), baard (vb. van maïs), peulen (vb. boon, senna) of de hele plant (vb. maretak, zonnedauw) gebruikt.

De algemene regel is:
Gebruik 1 bol gevulde koffielepel als het om groene plantdelen of bloemen gaat, een gewoon gevulde bij houterige delen (vb. bast) en een hol gevulde koffielepel voor zaden. Hou er ook rekening mee dat je van gedroogde kruiden ook altijd een kleinere hoeveelheid nodig hebt dan van verse kruiden.


Groene plantdelen hebben vaak genoeg aan 7 minuten trekken; meer houterige delen hebben vaak 15 tot 20 minuten nodig. Zeef de thee ook grondig nadat je hem gezet hebt. Soms kan het helemaal geen kwaad dat je het kruid mee opdrinkt (vb. brandnetel); maar andere plantdelen (vb. rozenbottels) hebben fijne haartjes die je slokdarm kunnen irriteren door de kleine weerhaakjes die eraan vasthangen. Belangrijk is om de vloeistof even in de mond te houden alvorens te slikken; een deel van de actieve stoffen komt dan via de slijmstoffen in de mond al sneller in het bloed terecht, terwijl de rest eerst langs het hele maag-darmkanaal moet passeren.

Decoct


Voor sommige houterige plantdelen is het overgieten met warm water niet voldoende om er alle nodige stoffen uit te extraheren (vb. wilgenbast). Dan maken we een afkooksel of een decoct. We gebruiken dezelfde hoeveelheid als voor een infuus, maar bij deze bereidingswijze brengen we het water met de plant samen aan de kook en laten het een 10 à 15-tal minuten doorkoken.

Maceraat op water


Andere plantedelen, vb. degene waaruit we slijmstoffen willen extraheren (vb. de bloem van kaasjeskruid) houden dan weer in het geheel niet van warm water. Deze macereren we op koud water (weer dezelfde hoeveelheden water en kruid, maar alles gewoon 12 à 24u laten trekken zonder het water op te warmen). Ook vb. valeriaanwortel wordt het best op deze manier bereid.

Maceraat op olie


We kunnen ook een maceraat (= een koud aftreksel) op olie gebruiken. Hierbij worden verse plantedelen (vb. de bloemen van Sint-Janskruid of goudsbloem) op olie gezet in een doorzichtige fles of bokaal op een zonnige plek. Na 3 weken is de olie dan klaar voor gebruik. Deze oliën hoef je (in tegenstelling tot etherische oliën) niet te verdunnen, maar kun je rechtstreeks inmasseren. Je kunt er indien gewenst wel nog etherische olie aan toevoegen. Sommige macerate oliën zijn geschikt voor inwendig gebruik.

Etherische olie (EO)


Etherische olie, ook vaak essentiële olie of vluchtige olie genaamd, is in feite het vluchtig, olieachtig bestanddeel dat men bekomt door het persen van aromatische plantdelen. Ze zijn enorm geconcentreerd (echte etherische rozenolie is vb. peperduur omdat men voor 1 flesje rozenolie maar liefst 1 ton (!) rozenblaadjes nodig heeft) en dus heel zuinig in gebruik.

De meeste EO kun je niet onverdund gebruiken, precies omdat ze zo geconcentreerd zijn. Je kan enkele druppels oplossen in een draagolie om in te masseren, of je kunt enkele druppels oplossen in een kopje melk en dat in je bad gieten (de melk verzacht niet alleen je huid, maar emulgeert de olie ook met je badwater, want we weten allemaal dat olie zich niet mengt met water, maar erop blijft drijven, en dat is natuurlijk net zo voor EO). Bedenk altijd dat enkele druppels EO het equivalent zijn van grote hoeveelheden planten! EO verbrandt en verdampt heel snel; gebruik als medicinale badwatertemperatuur dus liefst +/- 37,5°C (rond lichaamstemperatuur en dus ook het minst belastend voor o.a. het hart), en voeg de EO pas toe nadat je bad gevuld is. Anders is alles al verdampt en ruikt je badkamer heerlijk, maar de medicinale waarde van je bad is nihil. Na een bad met EO genomen te hebben, wikkel je je best in handdoeken en ga je even plat liggen. EO dringt nl. via de huid binnen in je lichaam en het kan na het bad nog zo'n 20 minuten duren tot alles getransporteerd is naar je inwendige organen.

Ook het verstuiven van EO kan de lucht ontsmetten in een leefruimte. Dit is een methode die in steeds meer rust-en verzorgingstehuizen en ziekenhuizen wordt toegepast, o.a. om het hoofd te bieden aan antibioticaresistente bacteriën. Veel mensen verbranden de olie kapot tot ze volledig waardeloos is in een aromabrandertje (met een theelichtje eronder). Beter druppel je enkele druppels EO in het waterbakje dat aan de radiator hangt en het beste gebruikt je een daarvoor gespecialiseerde aromaverstuiver die de EO zeer fijn vernevelt zonder ze te verbranden. Je kunt natuurlijk ook een druppel op je hoofdkussen of een zakdoek aanbrengen.

Sommige (en ZEKER NIET ALLE!!) EO zijn geschikt voor inwendig gebruik, vb. de EO uit de zaden van de teunisbloem die vaak bij PMS wordt gebruikt. Gebruik EO enkel inwendig onder begeleiding.

Ook hier geldt dat er helaas weinig controle op de productiemethodes is. Er zijn veel versneden oliën op de markt, of synthetische, die geen enkele medicinale waarde hebben en waarvan de geur je ook vaak hoofdpijn of zelfs misselijkheid bezorgt. Er zijn ook verschillende destillatiemethoden, o.a. solventextractie (giftige solventresten in het eindproduct!), persing (vooral voor de schil van citrusvruchten toegepast), enfleurage (de oudste methode, werd o.a. in het oude Egypte al toegepast) en stoomdestillatie. Kies hierbij steeds voor stoomdestillatie. Zonder reclame te willen maken, kan ik met een gerust hart zeggen dat de volgende merken betrouwbaar zijn: Sjankara, Biover, Chi, Le Drôme Provençale. Let er op dat er verschillende variaties van bepaalde planten bestaan (vb. echte lavendel is niet hetzelfde als spijklavendel), en dat er van sommige planten ook verschillende chemotypes bestaan (botanisch identieke planten, maar door verschillen in grondsoort en klimaat ontstaan er ook verschillen in de samenstelling van esters, alcoholen en andere basisstoffen in de EO).
Dit is vb. het geval bij tijm en rozemarijn.
Het is ook een feit dat er tijdens de destillatie een chemisch proces ontstaat waardoor de EO van een plant andere eigenschappen kan hebben dan de oorspronkelijke plant (vb. de plant op zich is eetbaar, maar de EO ervan is bij inname uiterst giftig).


Elke etherische olie heeft natuurlijk een verschillende werking, maar één van hun voornaamste eigenschappen is dat ze een groot ontsmettend vermogen hebben.
Ter illustratie:
Cavel zette een wetenschappelijk onderzoek op waarbij een stuk vlees in een septisch put werd gedrenkt. Hiervan werd een bouillon getrokken die in een broedstoof werd opgewarmd om de bacteriën optimaal te laten ontwikkelen. Nadien werd nagegaan hoeveel cc etherische olie men diende toe te voegen om 1 liter van deze bouillon volledig kiemvrij te maken.
De resultaten?

Tijm: 0,7
Oregano: 1,0
Kaneel: 1,7
Kruidnagel: 2,0
Eucalyptus: 2,2
Spijklavendel: 3,5
Anijs: 4,2
Rozemarijn: 4,3
Berk: 4,8
Lavendel: 5,0
FENOL: 5,6 (= een veel gebruikt chemisch ontsmettingsmiddel)
Citroen: 7,0
Cajeput: 7,2
Terpentijn: 8,6


Het experiment van Dr. Griffon (directeur van het toxicologisch laboratorium van de politieprefectuur) wijst het volgende uit:
Petrischaaltjes werden bedekt met een voedingsbodem voor bacteriën en gedurende 24u blootgesteld aan de lucht. Bij telling werden 210 kolonies van micro-organismen vastgesteld, waaronder 12 schimmels en 8 staphylococcen. Met een aërosoltoestel werd een mengsel van EO van tijm, den, munt, lavendel, rozemarijn, kruidnagel en kaneel gedurende 15 min. verstoven. Bij controle werden nog slechts 62 kolonies geteld, waarvan 8 schimmels en 6 staphylococcen. Nog eens 15 min. later waren deze cijfers 14 - 4 - 0, en na 30 minuten 4 - 0 - 0.


Voor nadere informatie over de antibacteriële werking van EO kun je terecht in het boek van P. BELAICHE, "Traité de phytotherapie et d'aromathérapie l'aromatogramme". Bovenstaande onderzoeksgegevens ontleende ik aan het boek "Aromathérapie: traitement des maladies par les essences de plantes" van J. VALNET.

Hydrolaten

Bij stoomdestillatie van EO wordt stoom door de planten gejaagd. De met oliën verzadigde stoom wordt dan afgekoeld en de olie wordt van het water gescheiden. Dat restproduct, het water dat nog kleine hoeveelheden EO bevat, noemt men een hydrolaat. Ook dit wordt therapeutisch (en culinair en cosmetisch) gebruikt, denken we maar aan rozenwater, oranjebloesemwater, korenbloemwater, lavendelwater. Hydrolaten hoef je dan ook niet te verdunnen.

Tincturen

De meesten onder ons zullen wel al doorhebben dat alcohol andere effecten heeft dan water... en dat geldt ook voor de extraherende eigenschappen. Sommige inhoudsstoffen, vb. looistoffen, lossen veel beter op in alcohol dan in water. Zo'n oplossing in alcohol noemen we een tinctuur. Door de langere extractietijd en -methode dan thee zijn ze geconcentreerder en heb je er minder van nodig.

Je kunt ze best innemen door enkele druppels op te lossen in wat water of fruitsap of door enkele druppels op een broodkorstje te druppelen (dit is vb. bij propolistinctuur de meest geschikte manier). Mag je om de één of andere reden absoluut geen alcohol consumeren of wil je de tinctuur aan erg kleine kinderen geven, dan kun je een kopje water aan de kook brengen en terwijl het afkoelt (niet als het nog kookt) de druppeltjes erin gieten; de alcohol verdampt dan gewoon, maar de geëxtraheerde stoffen komen in het water terecht. Belangrijk is steeds even te kauwen op het broodkorstje of om de vloeistof even in de mond te houden voor je slikt; een deel van de actieve stoffen komt dan via de slijmstoffen in de mond al sneller in het bloed terecht, terwijl de rest eerst langs het hele maag-darmkanaal moet passeren.

© Copyright Herboristeria/Lieve Galle
Disclaimer: deze site is enkel informatief van karakter.
Kruiden/planten gebruik je steeds op eigen verantwoordelijkheid en met gezond verstand.
  • HOME
  • Wildpluk Jaaropleiding
  • over mij
  • Boek me
  • Contact
  • Pers
  • Publicaties
  • Extra